Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

HIËROGLIEFEN

betekenis & definitie

Naam ontleend aan het griekse woord γραμματα, al dan niet van ‘ιερογλυφικα, dat de basis-vorm van het egyptische schrift aanduidt (zie Egyptisch (III) Schrift, waar zijn karakter en verdere ontwikkeling beschreven wordt). Het in het grieks vertaalde werk Hieroglyphica van Horapollo, een auteur uit de 4e of 5e eeuw nC, werd in de 15e eeuw in Italië bekend en verspreidde de mening dat het egyptische schrift uitsluitend uit symbolen, zonder fonetische waarde, bestaat.

Het steunt ten dele op een gelijknamig geschrift van de alexandrijnse grammaticus Chaeremon, die in de 1e eeuw nC leefde. Tijdens het humanisme en de renaissance gaf Horapollo’s boek het ontstaan aan een belangrijke beweging wier aanhangers poogden zich op dezelfde manier in symbolen en allegorieën uit te drukken en die een grote invloed uitgeoefend heeft op de kunst van die tijd. Hoewel eveneens overtuigd van hun louter symbolische functie, maakte de duitse jezuïet Athanasius Kircher in de 17e eeuw een aanvang met de wetenschappelijke studie van de echte, d.w.z. de egyptische, hiërogliefen en hij bestudeerde daarvoor het koptisch.Nadat Champollion het fonetisch karakter van het egyptisch schrift herkend had zijn de egyptologen de naam hiërogliefen blijven gebruiken, vermoedelijk onder de invloed van Clemens Alexandrinus, aan wie zij ook het woord ’hiëratisch’ ontleenden. De naam hiërogliefen of pseudo- hiërogliefen werd daarna overgedragen op andere soorten van beeldschrift, bv. op een van de hethitische schriftvormen (zie Hethitisch), op een schrift uit → Kreta en een uit → Byblos.

Lit. P. Marestaing, Les écritures égyptiennes et l’antiquité classique (Paris 1913). H. Sottas/É. Drioton, Introduction è l’étude des hiéroglyphes (Paris 1922).

P. Lacau, Sur ie système hiéroglyphique (Inst. frang. d’Archéol. or., Bibl. d’Ét. 25; Le Caire 1954). - S. Schott, Hieroglyphen. Untersuchungen zum Ursprung der Schrift (Abh. Akad. Wiss. u.

Lit. Mainz. Abh. geistes- u. sozialwiss. KI. 1950, 24; Wiesbaden 1951). - E. Iversen, The Myth of Egypt and its Hieroglyphs in European Tradition (Copenhagen 1962). Madeleine V.-David, Le débat sur les écritures et l’ hiéroglyphe aux XVIIe et XVIIIe siècles (Paris 1965).

Over Horapollo G. Roeder (PRE 16, 2313-2319). Editie: F. Sbordone, Hori Apollinis Hieroglyphica (Napoli 1940). Engelse vertaling: G. Boas, The Hieroglyphics of Horapollo (Bollingen Series 23; New York 1950).

Franse vertaling met commentaar: B. van de Walle/J. Vergote (CdÉ 18, 1943, 39- 89; 199-239). [Vergote]

< >