Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

HERMARCHUS

betekenis & definitie

Hermarchus (‘Ερμαρχος) van Mytilene (ca. 325- ca. 250), griekse wijsgeer, leerling en vriend van Epicuras, met wie hij zich in Athene vestigde, die hij ca. 270 vC opvolgde als scholarch en wiens bibliotheek hij erfde. Epicuras, Metrodoras, Polyaenus en Hermarchus golden als de vier vaders en zuiverste vertegenwoordigers van de epicuristische leer.

Van de geschriften van Hermarchus - o.a. tegen Plato en tegen Aristoteles, Περι των μαθηματων (De wetenschappen) en 22 boeken over → Empedocles - zijn slechts enkele fragmenten over.Van Hermarchus bezitten we een aantal borstbeelden, die teruggaan op een origineel uit de 3e eeuw vC; in Florence en in Ostia bevinden zich zittende beelden van de wijsgeer terwijl hij onderwijs geeft.

Lit. H. von Amim (PRE 8, 721v). - Fragmenten bij K. Krohn, Der Epikureer Hennarchos (Berlin 1921). [Nuchelmans]

< >