Naam van twee oudchristelijke figuren.
1. Faustus van Mileve (-is), bekend aanhanger van het manichaëisme (einde 4e eeuw). Te Rome maakte hij naam als redenaar. In 383 bezocht hij Carthago waar hij Augustinus, die zich bij de Manichaeërs had aangesloten, onder zijn gehoor had. Augustinus was door Faustus’ optreden zeer teleurgesteld. Later bestreed hij hem in zijn Contra Faustum Manichaeum (ca. 400).
Lit. L. Rougier, La critique biblique dans l’antiquité: Mardon et Fauste de Milève (Paris 1938). [Bartelink]
2. Faustus van Riez, kerkelijk schrijver (ca. 408-na 490). Waarschijnlijk was hij van britse of bretonse afkomst. Ca. 433 werd hij abt van het klooster Lerinum, ca. 458 bischop van Riez (Rhegium) in de Provence. Hij bestreed het arianisme en was evenals Cassianus aanhanger van het semipelagianisme. Van 477-485 was hij verbannen door de ariaanse koning van de Westgothen Eurich. Hij schreef 2 boeken De spiritu sancto (tegen het macedonianisme) en 2 boeken De gratia Dei (tegen de door de synode van Arles in 473 veroordeelde gallische priester Lucidus die de strenge genadeleer van Augustinus verdedigde), verder 10 brieven en een aantal preken. Faustus leerde dat het initiatief van de mens aan Gods genade voorafgaat. Hij zag de genade slechts als een uitwendige genade.
Lit. Uitgave: A. Engelbrecht, CSEL 21 (1891). - P. Viard (DSp 5, 113-118). - A. G. Elg, In Faustum Riensem studia (Uppsala 1937). G. Weigel, F. of Riez (Philadelphia 1938). E. Griffe, Les sermons de Fauste de Riez (Bull, de litt, ecclésiastique 61, 1960, 27-38). [Bartelink]