Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

EUPOLEMUS

betekenis & definitie

Eupolemus (Ευπολεμος), gehelleniseerde jood die ca. 160 vC een populariserend geschiedwerk Περι των εν τη Ιουδαια βασιλεων (De koningen van Judea) samenstelde, waaruit Clemens van Alexandrië en Eusebius enkele citaten geven.

Tegenover zijn bronnen - vooral de Septuagint en de hebreeuwse tekst van het OT - veroorloofde Eupolemus zich grote vrijheden, vermoedelijk uit propagandistische overwegingen. Mozes wordt voorgesteld als de uitvinder van het schrift en ais leermeester, via de Pheniciërs, der Grieken. Hij heeft ook een briefwisseling van koning Salomo met Uaphres (Apriës; Chofra) van Egypte en Suron (Hiram) van Phenicië. Misschien identiek met de in 1M 8,17 en 2M 4,11 genoemde.Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 3 C (Leiden 1958) nr. 723. - ld. (PRE 6, 1227-1229). - Schürer 3, 469; 474-477. [Nuchelmans]

< >