Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

DODE ZEE

betekenis & definitie

Binnenzee in Palestina, de merkwaardigste ter wereld.

De bijbelse benamingen zijn: zee van de → Araba, oostelijke zee (ter onderscheiding van de grote of westelijke = Middellandse Zee), Zoutzee (vanwege het hoge zoutgehalte van het water). De naam Dode Zee (wegens de afwezigheid van dierlijk en vegetatief leven) komt niet in de bijbel voor, en dateert pas uit de 2e eeuw nC. De tegenwoordige arabische, uit 1047 daterende naam is bahr lut, naar het bekende verhaal van Lot (Gn 19,23-29). De lengte is 85 km, de grootste breedte 15,7 km, de grootste diepte -401 m, de oppervlakte 945 km2. Het niveau ligt gemiddeld -390 m onder dat van de Middellandse Zee; dit feit werd pas in 1837 ontdekt. Tengevolge van de warmte en de droogte (verdamping) is het zoutgehalte van het water zeer hoog (20-26% = zesmaal zo hoog als dat van de oceaan); het soortelijk gewicht van het water varieert tussen 1.201 en 1.256; het water is olieachtig en smaakt bitter. De Dode Zee wordt gevoed door de Jordaan en door zijrivieren (alleen van de oostkant), waarvan de voornaamste van noord naar zuid zijn: wadi zerqa ma'in, de samenstromingen van sel hedan en sel el-mogib, wadi el-kerak, sel el-qarahi (wadi el-hesa). Door de aanzienlijke verdamping van het water (11 tot 25 cm per 24 uur) blijft het peil, ondanks al die toevloed van water, vrijwel constant.Naar de Dode Zee werden aanvankelijk ook genoemd de oude handschriften die in werkelijkheid in grotten van de woestijn van Juda gevonden zijn; zie Qumran.

Lit. M. Blanckenhom, Entstehung und Geschichte des Toten Meeres (ZDPV 19, 1896, 5-59). F.-M. Abel, Une croisière autour de la Mer Morte (Paris 1911). Id. Notes complémentaires sur la Mer Morte (RB 38, 1929, 237-260). C. Klein, On the Fluctuations of the Level of the Dead Sea since the Beglnning of the 19th Century (Jerusalem 1961). E. Schneller, Antike Hafenanlage am Nordende des Toten Meeres7 (ZDPV 79, 1963, 138 v). H. W. Underhill, Dead Sea Level and the P.E.F. Mark (PEQ 99, 1967, 45-53). [v.d. Bom]

< >