Daphnis (Δαφνις), griekse eigennaam; het bekendst zijn:
1. Daphnis, legendarische schaapherder op Sicilië, zoon van Hermes en een nimf. Daar Daphnis de liefde van de nimf Nomia niet beantwoordde - volgens anderen: haar ontrouw werd - maakte zij hem blind. Hij zou de vader van de bucolische of pastorale poëzie zijn geweest doordat hij de rest van zijn leven doorbracht met het maken van klaagliederen. Volgens een andere lezing (Theocritus, Idylle 1) werd Daphnis omdat hij de liefde van Aphrodite versmaadde, gestraft met een liefde voor een onbereikbare vrouw; hij zou van smart gestorven zijn. De bekendste voorstelling van Daphnis in de beeldende kunst is de marmeren groep van Pan die Daphnis het fluitspel leert, uit de hellenistische tijd, waarvan een fraaie kopie zich in het Museo Nazionale te Napels bevindt.
Lit. Aelianus, Historia 10. - H. Stoll (Roscher 1, 955-961). Knaack (PRE 4, 2141-2161). F. Brommer (EAA 2, 988).
2. Daphnis, titelheld van de griekse herdersroman Daphnis en Chloë van → Longus.
3. Daphnis van Milete (ca. 300 vC), een van de bouwmeesters van de Apollo-tempel in → Didyma bij Milete. [Suys-Reitsma]