Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CYCLOPEN

betekenis & definitie

Cyclopen (Κυκλωπες), in de griekse mythologie reuzen met in het midden van hun voorhoofd één oog.

Reeds in de oudheid onderscheidde men drie soorten:

1. De Cyclopen Brontes, Steropes en Arges, zonen van Uranus en Gaia. Zij werden eerst door hun vader geboeid, daarna door diens zoon → Cronus eerst bevrijd, maar later toch weer in boeien geslagen en in de Tartarus opgesloten. Hieruit bevrijdde hen Zeus, daar hij hun hulp nodig had in de strijd tegen de → Titanen. Zij gaven Zeus toen uit dankbaarheid de donder en de bliksems, met welke wapenen hij de Titanen overwon. Brontes, Steropes en Arges, personificaties van donder, bliksem en weerlicht, golden algemeen als de smeden der goden. Zij vervaardigden voor Hades een helm die hem onzichtbaar maakte, voor Poseidon zijn drietand. Hun werkplaats hadden zij onder vuurspuwende bergen; vooral de Aetna op Sicilië wordt als zodanig genoemd, hoewel die ook aan Hephaestus wordt toegeschreven. Voor Apollo en Artemis maakten de Cyclopen de pijlen en bogen, maar zij wekten de toom van Apollo op doordat Zeus met een door hen vervaardigde bliksemschicht Apollo’s zoon Asclepius doodde. Uit wraak bracht Apollo hen ter dood.
2. De Cyclopen waren ook een volk, waartoe de herder Polyphemus, een zoon van Poseidon, behoorde; deze was verliefd op de nimf Galatea en werd door Odysseus, toen deze op het eiland der Cyclopen beland was, blind gemaakt.
3. Er wordt ook melding gemaakt van een volk van Cyclopen die zich in dienst stelden van de achaeïsche vorsten, voor wie zij de reusachtige, ’cyclopische’ muren van hun paleizen bouwden.

Lit. Hesiodus, Theogonie 139-146, 501-506. Odyssee 9, 106-542. Euripides, Cyclops. Vergilius, Aeneis 8, 416-453. Ovidius, Metamorfosen 13, 735-897. - S. Eitrem (PRE 11, 2328-2347). - P. Julien, Le thème du Cyclope dans les littératures grecque et latine (Paris 1941). [Suys-Reitsma]

< >