Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CARTHAGO NOVA

betekenis & definitie

Belangrijke punische, later romeinse stad in Spanje, gelegen op een schiereiland in een baai van de Middellandse Zeekust, ca. 450 km ten oostnoordoosten van de Straat van Gibraltar; thans Cartagena.

Carthago nova werd ca. 225 vC door → Hasdrubal Barcas als spaanse operatiebasis van → Carthago gesticht op de plaats van de iberische nederzetting Mastia of Massia, die de mooiste haven van de spaanse oostkust bezat. De basis werd in 209 vC door de Romeinen (→ Scipio Africanus maior) veroverd. In 45 vC werd zij door Caesar een romeinse colonia (Colonia Iulia Victrix Nova C.), die aanvankelijk tot de provincie Hispania citerior, sinds ca. 25 vC tot Hispania Tarraconensis hoorde. Vanaf 297 nC was Carthago nova de hoofdstad van de door Diocletianus ingerichte nieuwe provincie Hispania Carthaginiensis, in 425 werd het door de Vandalen verwoest.Haar betekenis ontleende de stad, behalve aan haar uitstekende haven, aan de naburige zilvermijnen en aan de export van vlechtgras (esparto) en makreel. Er zijn slechts weinig resten van de antieke stad over; wel zijn er veel inscripties en munten gevonden.

Lit. Polybius 10, 10 (beschrijving van de ligging) - Hübner (PRE 3, 1620-1626). A. Garcia y Bellido (EAA 2, 372v). [Nuchelmans]

< >