Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

BLOEDAKKER

betekenis & definitie

Bloedakker (gr. Ακελδαμαχ; aramees haqel dema), naam van een stuk grond (van de pottenbakker) in de nabijheid van Jeruzalem, bestemd als begraafplaats van vreemdelingen.

De christelijke aetiologie van de naam staat in Mt 27,6-10 en Hand 1,19v; volgens deze teksten heeft het stuk grond de naam bloedakker gekregen, omdat het door de joodse overheid gekocht zou zijn voor de dertig zilverlingen die → Judas teruggegeven had; als bloedgeld mochten deze niet in de tempelschat gestort worden (Mt 27,6; vgl. Dt 23,19). Volgens een overlevering die tot de 4e eeuw teruggaat, ligt de bloedakker. op de zuidelijke helling van het Hinnomdal, waar reeds volgens Jr 19,2-6 LXX (vgl. vs 11) pottenbakkers hun handwerk uitoefenden.

Lit. Kopp 408-411. [v. d. Born]

< >