Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ANATOTH

betekenis & definitie

Anatoth (hebreeuws anatot: [plaats van de godin] Anath), woonplaats van de priesterlijke familie van Abjathar, die na zijn afzetting door Salomo naar Anatoth verbannen was (1Kg 2,26) en van de profeet Jeremia (1,1; 11,21-23; 32,7-9).

De naam is bewaard in het tegenwoordige 'Anata, ten noordoosten van Jeruzalem; de resten van het oude Anatoth in Ras el-Charrūbe, 800 m ten zuidwesten van 'Anata. [v. d. Bom]

< >