Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

AMALTHEA

betekenis & definitie

Amalthea (Αμαλθεια), een nimf, volgens andere verhalen een geit die op Kreta de kleine Zeus met melk voedde.

Toen eens een van de hoorns van de geit afbrak, werd deze ’hoorn van Amalthea’ door Zeus tot een onuitputtelijke ’hoorn des overvloeds’ (Αμαλθειας κερας, cornu copiae) gemaakt. De hoorn kwam later in het bezit van de riviergod → Acheloüs en vervolgens van Heracles. Hij werd als symbool van rijkdom en zegen ook een attribuut van de godinnen Irene, Gaea en Tyche en van Pluto. Volgens latere auteurs werd Amalthea door Zeus ook onder de sterrebeelden opgenomen: Capella.In het Lateraans Museum te Rome bevindt zich een

prachtig reliëf, waarop de nimf de kleine Zeus uit een hoorn te drinken geeft, op een reliëf uit het Capitool-museum zoogt de geit Zeus. Andere afbeeldingen komen voor op kretenzische munten uit de keizertijd.

Lit. H. W. Stoll (Roscher 1, 262-266). K. Wemicke (PRE 1, 1720-1723). [Nuchelmans]

< >