Aenesidemus (Αινεσιδημος) van Cnossus leefde in de eerste helft van de 1e eeuw vC en is de belangrijkste vertegenwoordiger van het latere, zg. dialectische → scepticisme.
Hij gaf onderwijs te Alexandrië. Zijn doel was het herstel van het strenge scepticisme van → Pyrrho. Aenesidemus’ hoofdwerk, waarvan in Photius’ Bibliotheca (§ 212) een resumé bewaard is gebleven en bij Diogenes Laërtius (9, 78-116, in het leven van Pyrrho) en → Sextus Empiricus veel details terug te vinden zijn, was Πυρρωνειοι λογοι (Argumenten van Pyrrho) in acht boeken. Waarschijnlijk zijn hierin voor het eerst de tien zg. τροποι της εποχης (’gronden voor de opschorting van het oordeel’) geformuleerd:1. de mens kan geen aanspraak maken op ware kennis, omdat de waarnemingen en waarderingen van dezelfde objecten bij alle levende wezens verschillend zijn met betrekking tot genot en smart, nut en schade;
2. ook de opvatingen van de individuele mensen verschillen: het is niet uit te maken welke de ware is en of er een waar is;
3. de dingen verschillen naar gelang ze door verschillende zintuigen worden waargenomen;
4. de kennis wordt beïnvloed door de verschillende toestanden van gezondheid en ziekte, slapen en waken, liefde en haat, waaraan de mens onderhevig is;
5. de waarneming in de ruimte doet ons de dingen in verschillende vorm waarnemen;
6. de wijze waarop de dingen zich aan ons voordoen, is afhankelijk van omgeving en belichting;
7. kwantitatieve en kwalitatieve verhoudingen oefenen invloed uit op de waarneming;
8. vergelijking van de dingen onderling leidt tot een vals oordeel;
9. de duur en de meerdere of mindere frequentie van een verschijnsel beïnvloeden het oordeel;
10. de zedelijke waardering verschilt naar tijd, plaats en volk.
Aan Aenesidemus wordt ook een Υποτυπωσις τα Πυρρωνεια (Schets van de leer van Pyrrho) toegeschreven.
Lιτ. F. Sassen, Geschiedenis van de wijsbegeerte der Grieken en Romeinen2 (Nijmegen-Antwerpen 1932) 147v. C. de Vogel, Greek Philosophy 3 (Leiden 1959) 218-225 (met bibliografie). E. Bréhier, Les tropes d’Énésidème contre la logique inductive (Rev. des Études Anciennes 20, 1918, 69w.). [Nuchelmans]