Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ACHIMELECH

betekenis & definitie

Achimelech (hebreeuws ahilmelek: broeder [God] is koning), priester te Nob, die de voor de priesters bestemde toonbroden aan David gaf en daarom door Saul met zijn medepriesters gedood werd (1Sm21, 1-9; 22,6-23; Ps 52,2); alleen zijn zoon Abjathar ontkwam. [Beek]

< >