Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Willem gerard van NOUHUYS

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (Zaltbommel 22 Juni 1854 - ’s-Gravenhage 31 Aug. 1914), was in de zaken van zijn vader werkzaam als koopman en fabrikant en vestigde zich in 1891 te ’s-Gravenhage, om zich aan de letteren te wijden. Reeds in de jaren 1886 en 1887 was hij mederedacteur aan De Lantaarn, sinds 1888 werkte hij mede aan De Nederlandsche Spectator, later aan De Gids, hij was letterkundig medewerker aan Het Vaderland en van 1903 tot aan zijn dood redacteur-secretaris van Groot-Nederland. In zijn oorspronkelijke productie deed hij zich kennen als een man van gecultiveerde smaak, doch van begrensd artistiek vermogen.

Hoewel hij belangstelling en begrip voor het nieuwe toonde, bleef hij naar de geest toch tot een ander tijdperk in de letterkunde behoren.Bibl.: Onder pseudoniem G. Waalner: Poëzie; Gedichten en gedachten. Onder eigen naam: Novellistisch: Eenzaam (1893); Zijn kind (1895); Dageraad; Egidius en de vreemdeling (1899). Dramatisch: Eerloos (1892); Het goudvischje (1893); In kleinen kring (1895); Een keerpunt (1905). Gritisch: Letterkundige opstellen (1894); Walt Whitman (1895); Studiën en kritieken (1897); Uren met schrijvers (1902); Nederlandsche Belletrie (1901-03); Nic. Beets (1903); Van over de grenzen (1906); Uit Noord- en Zuid-Nederland (1906).

Lit: J. L. Walch, W. G. v. N., in: Levensber. Ned.

Mij v. Lett (1915/’16).

< >