Spaans generaal (Pamplona 28 Mrt 1872 - Estoril, Portugal, 20 Juli 1936), streed op Cuba en werd reeds in 1898 kapitein. Later diende hij vele jaren in Marokko.
Sinds 1920 brigade-generaal, onderscheidde hij zich zeer bij Melilla tijdens de opstand der Riffijnen (1921). Onder Primo de Rivera speelde hij een belangrijke rol bij de pacificatie van Marokko. In 1925 werd hij luit.-gen. en Hoge Commissaris voor Marokko. Als beloning begiftigd met de titel van Markies van Monte Malmusi (Mei 1926), werd hij later commandant van de Guardia Civil (gendarmerie).Tegenover de in Apr. 1931 uitgeroepen Republiek stond Sanjurjo eerst loyaal, maar toen linkse elementen het overwicht kregen, ondernam hij 10 Aug. 1932 een putsch. Deze mislukte en hij werd ter dood veroordeeld. Tot levenslang begenadigd kwam hij in 1934 door amnestie weer vrij. Hij onderhield nauw contact met de militaire kringen, die de opstand van Juli 1936 voorbereidden. Na het uitbreken van de burgeroorlog wilde hij zich bij de Nationalisten voegen, om de leiding op zich te nemen, maar hij kwam door een vliegtuigongeval om. In Oct. 1939 werd hij posthuum tot kapitein-generaal bevorderd.
