Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUSSISCH-JAPANSE OORLOG (1904-1905).

betekenis & definitie

I. [i]Voorgeschiedenis.

[/i]Deze oorlog is voortgevloeid uit de botsing van het Russische en het Japanse imperialisme in Oost-Azië, in het bijzonder in Mandsjoerije en Korea. In 1895 had Rusland, te zamen met Duitsland en Frankrijk, Japan gedwongen een belangrijk deel van de winst, die het na zijn oorlog met China bij de vrede van Sjimonoseki had behaald, terug te geven, o.a. het schiereiland Liao-Toeng. In 1898 pachtte Rusland evenwel Port Arthur op dit schiereiland van China, belangrijk als vlootbasis en eindpunt van de zijtak van de Transsiberische spoorlijn. De Boxeropstand in China van 1900 gaf Rusland aanleiding geheel Mandsjoerije militair te bezetten. Japan versterkte zijn positie door het verdrag met Engeland (20 Jan. 1902). Rusland zag zich genoodzaakt bij verdrag met China van 9 April 1902 de ontruiming van Mandsjoerije in 3 etappes te beloven, te voltooien 8 Oct. 1903.

Een groep van ultra’s verkreeg echter de overhand in de Russische regering. De ontruiming werd vertraagd en een Russische maatschappij kreeg concessies voor bosexploitatie in Noord-Korea, zodat hier de Russische penetratie begon. Japan eiste nu (12 Aug. 1903) een regeling over de afbakening der wederzijdse rechten in Mandsjoerije, resp. Korea, maar Rusland traineerde de onderhandelingen, totdat Japan ze 5 Febr. afbrak en in de nacht van 8-9 Febr. zonder voorafgaande oorlogsverklaring de aanval op de Russische vloot begon.

II. Verloop.

Japan was militair beter toegerust dan Rusland, dat bovendien een enorm lange verbindingslijn had, terwijl de enkelsporige Transsiberische lijn nog niet eens voltooid was (er ontbrak nog een stuk bij het Baikal-meer). Ook was het voordeel van het moreel aan Japanse zijde. In Rusland was het enthousiasme gering en brak nog tijdens de oorlog de revolutie van 1905 uit (zie Rusland, geschiedenis). De onverhoedse Japanse torpedoboot-aanvallen op de Russische vloot te Port Arthur en te Wladiwostok (Febr. 1904) bewerkten, dat Japan troepen op Korea en in Mandsjoerije kon landen. Een Russische vlootuitval op 13 April liep in een Japans mijnenveld, waardoor het vlaggeschip de Petropawlowsk onderging met admiraal Makarow en ca 600 man. Japan won de eerste belangrijke gevechten aan de Jaloe (1 Mei) en sloot een maand later Port Arthur ook van de landzijde in.

De strijd speelde zich nu op twee fronten af: voor het belegerde Port Arthur en in Zuid-Mandsjoerije. Hier versloeg ten slotte generaal Oyama de Russische aanvoerder Koeropatkin bij Liao-Jang (30 Aug.-2 Sept.) en dwong hem terug te trekken. Een zware strijd later in het najaar aan de Sja-ho bleef onbeslist. Intussen voerde generaal Nogi het beleg van Port Arthur. Een Russische vlootuitval op 10 Aug. was in een zware nederlaag geëindigd. Slechts enkele Russische schepen ontkwamen.

Na enige vergeefse directe bestormingen veroverden de Japanners in een taaie strijd de verdedigingswerken van de stad. Op 2 Jan. 1905 moest de Russische commandant Stössel capituleren. In het voorjaar (24 Febr.-10 Mrt) brachten de Japanners de Russen daarop een zeer zware nederlaag toe bij Moekden, namen deze stad, zodat de strijd zich naar Noord-Mandsjoerije verplaatste. Ruslands hoop lag nu nog in zijn Oostzeevloot onder admiraal Rozjdestwenskij, die in het najaar van 1904 vertrokken was, het Doggersbank-incident had veroorzaakt, en daarna in langzaam tempo om de Kaap (het Suezkanaal was hem versperd en Engeland weigerde de Russen in zijn havens te laten bunkeren) en via Madagaskar naar Frans Indochina was gevaren. Tegen zijn overtuiging moest Rozjdestwenskij na de val van Port Arthur doorvaren naar Wladiwostok. In een tweedaagse zeeslag in de straat van Tsoesjima (27-28 Mei 1905) werd toen zijn vloot door de technisch volkomen superieure Japanners op enkele eenheden na vernietigd of buitgemaakt.

III. Vrede.

Daar Rusland door de revolutie verlamd was en Japan ook uitgeput, aanvaardden beiden het bemiddelingsvoorstel van de president der Ver. Staten Theodore Roosevelt. Na moeizame onderhandelingen te Portsmouth (New Hampshire) werd aldaar op 5 Sept. 1905 de vrede getekend. Rusland erkende het protectoraat van Japan over Korea, stond aan Japan af Liao-Toeng met Port Arthur en het zuidelijk deel van de spoorlijn naar Charbin, verder de zuidelijke helft van Sachalin. Ook gaf het Japan recht van visserij op de kust ten N. van Wladiwostok. Het behoefde geen oorlogsschatting te betalen.

Lit.: History of the Russo-Japanese War, British War Office (1908); Der russ.-jap. Krieg (uitg. door de Russ. generale staf), 5 dln (1910-1912); Der jap.-russ. Seekrieg (uitg. door de Japanse admirale staf) (3 dln, 1911); Gädke, Japans Krieg und Sieg (1907); v. Maltzahn, Der Seekrieg zwischen Russland und Japan 1904/5. 3 dln (1912-1914).

< >