meest zuidelijke staat van Brazilië, grenst aan de Atlantische Oceaan, Uruguay en Argentinië, groot 282.480 km2, telt (1951) 4.815.000 inw. In het N. ligt een bergplateau, het overige deel van de staat wordt ingenomen door uitgestrekte grasvlakten, waarop een extensieve veeteelt wordt bedreven.
Het klimaat is er gematigd, met in het bergachtige binnenland toenemende regenval. De bevolking is vnl. van Duitse en Italiaanse afkomst. Naast veeteelt (25 pct van de runderstapel en 60 pct van de schapenstand van Brazilië bevinden zich in deze staat) is er een goed ontwikkelde industrie. Voorts worden thee, tarwe, bonen en aardappelen geproduceerd. De mijnbouw omvat de winning van steenkool, goud en ijzer. Rio Grande do Sul is een van de meest welvarende en ontwikkelde staten van Brazilië.
Hoofdstad is Porto Alegre met (1948) 317.000 inw., een snel groeiende stad met een belangrijke haven. Andere steden zijn Rio Grande en Pelotas, beide aan het Patos-meer gelegen.