Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Raphaël van den berghe

betekenis & definitie

bekend bibliograaf (Gent 23 Jan. 1845 - 5 Nov. 1923), behaalde het Onder wijzersdiploma te Lier op 5 Apr. 1865, werd 30 Apr. 1873 secretaris der Universiteitsbibliotheek te Gent, onderbibliothecaris (1889), hoofdbibliothecaris (1911) en ging met rust in 1912. Zijn werk heeft een uitsluitend bibliografisch karakter.

Zijn ganse leven wijdde hij aan de Bibliotheca Belgica, algemene historische bibliografie der Nederlanden, ontworpen door Ferdinand van der Haeghen, den universeel bekenden Gentsen bibliothecaris, in 1879. Hij was een der beste en meest gewaardeerde medewerkers van dezen. Uitstekend kenner der i6de eeuw, heeft hij in de B. B. de bio-bibliografie van een aantal humanisten en schrijvers critisch behandeld. Onder deze auteurs zijn te noemen: A. en H. Barlandus, G.

Baudaert, C. de Bie, Damhoudere, Erasmus, P. en Z. Heyns, J. Lambrechts, J. Lipsius, Palfijn, A. de Roovere, A. Schorus, S. Stevin, M. v.

Vaernewyck, A. .Vesalius, J. de Wesembeeck, Ph. Wielant. Alle zijn meesterstukjes van bibliografische beschrijving. Zijn werk vond de bekroning in de toekenning van een doctoraat hon. causa der Gentse Universiteit (1911) en in het lidmaatschap der Kon. VI. Acad. voor Taal en Letteren.PROF. DR R. F. APERS

Lit.: P. de Keyser, In memoriam R. v. d. B. 1845-1923 (Bibliotheekgids, 3 (1924), blz. 93-96).

< >