Belgisch medicus (Antwerpen 20 Apr. 1861 Cambridge 7 Dec. 1914), studeerde natuurwetenschappen en geneeskunde te Leuven, waar hij van 1887 tot 1914 anatomie doceerde. Zijn naam is voor immer verbonden met een reeks ontdekkingen betreffende de structuur van het zenuwstelsel, die in talrijke werken werden uiteengezet.
Bij het uitbreken van Wereldoorlog I week hij uit naar Engeland, nadat de vrucht van jaren arbeid en het bijna voltooide handschrift van een nieuw boek in vlammen waren opgegaan. Zijn voornaamste werk is Le système nerveux de l'homme (1893), heruitgegeven onder de titel Anatomie du système nerveux de l’homme (1896, herdr. 1900, 1906). Hij schreef talrijke bijdragen in zijn tijdschrift Le Nevraxe alsmede in La Cellule, de Archives de Biologie en de Journal de Neurologie en was tevens lid van de Académie Royale de Médecine de Belgique.Bibl.: Manuel de pathologie nerveuse; Cours d’anatomie humaine systématique (1900-’09); Les maladies nerveuses (1912); Volledige bibl. in Bulletin de l’Acad. Royale de Médecine 1907.
Lit.: M. Henrijean, P. van G. in: Bulletin de l’Acad. Royale de Médecine de Belgique, 1920, p. 961-978.