chevalier de, bijgenaamd le chevalier sans peur et sans reproche (de ridder zonder vrees of blaam) (kasteel Bayard, bij Grenoble 1475 - bij Gattinara, in de Povlakte 30 Apr. 1524), was eerst page bij den hertog van Savoye en verwierf in de Italiaanse veldtochten van Karel VIII, LodewijkXII en Frans I de roem, de dapperste en edelste ridder van Frankrijk te wezen. In hem verpersoonlijkten zich nog eenmaal de juist in deze Renaissancetijd stervende idealen — vooral ook die van kameraadschap en eenvoud — van de Franse ridderstand.
Na de slag bij Marignano (1515) liet Frans I zich door hèm tot ridder slaan. Nooit beroemde hij zich op zijn daden. Arm als hij altijd gebleven is, ondersteunde hij gaarne en bescheiden zijn makkers met hetgeen zij behoefden. „Ik acht”, zeide hij, „een edelman met slechts honderd francs inkomen even hoog, als een vorst met honderdduizend, mits hij maar fatsoenlijk is. Goederen adelen het hart niet.” In veroverd land verbood hij zijn troepen te plunderen, zoals in zijn tijd de gewoonte wilde. Na de nederlaag bij de Sesia (30 Apr. 1524) in het Milanese commandeerde hij de Franse achterhoede tegen de opdringende keizerlijken onder den overloper, den connétable de Bourbon. Een kogel verbrijzelde hem de heupen, waarop hij zich tegen een boom liet leggen met het gezicht naar de vijand: „Nooit heb ik de vijand de rug toegekeerd, ik wil daar ook niet mee beginnen, nu ik sterven ga.” Toen de Spanjaarden naderden, gebood hij de zijnen zich bij het vluchtende leger te voegen, om niet gevangen genomen te worden.
Hij zelf wachtte de dood af, starende op het gevest van zijn zwaard, dat hij als een kruis voor zich hield. De connétable bemerkte hem en beklaagde hem, dat hij zo en onder zulke hevige pijnen sterven moest. „Monseigneur”,zo luiddenBayard’s laatste woorden, „beklaag mij niet, want ik sterf als een man van goed gedrag, maar beklaag u zelve, want gij draagt de wapens tegen uw koning, tegen uw land en tegen uw zeden.”Lit.: Plan, Histoire du ehevalier Bayard (Lausanne 1913); P. Ballaguy, Bayard (Paris 1935); G. Grandjean, Bayard. L’Héroisme francais de toujours (Paris 1943).