Russisch componist (Nisjni Nowgorod 2 Jan. 1837 Petersburg 28 Mei 1910), studeerde eerst te Kazan natuurwetenschappen, later muziek. Glinka* heeft den snel naam makenden pianist en componist door zijn openlijke bewondering zeer gesteund.
Te zamen met Borodin, Cui, Moussorgsky en Rimsky-Korssakow vormde hij de groep van de „Vijf” en werd leider van de jong-Russische school. In 1862 stichtte hij te Petersburg de Vrije Muziekschool en was werkzaam als dirigent o.m. van de keizerlijke hofkapel.Hij schreef voor orkest 2 symphonieën, 3 ouvertures, de symphonische gedichten Tamar en En Bohème, een Chopin-suite, muziek bij King Lear en een concert voor piano en orkest. Zijn bekendste pianowerk is de Oosterse fantasie Islamey. Voorts schreef hij talrijke liederen en publiceerde een verzameling Russische volksliederen.
Lit.: Strelnikow, M. Al. Balakirew (Russ., 1922).