of Barlaeus, NeoLat. dichter (Antwerpen ca 1540-?), was de zoon van den Antwerpsen archivaris Lambertus van Baerle en neef van den meer bekenden dichter Caspar van Baerle den Jongere, dien hij nochtans, naar het oordeel van G. Ellinger, in frisheid en oorspronkelijkheid overtreft.
Aan de poëzie wijdde hij zich vooral in zijn jeugd; over zijn verdere loopbaan is weinig bekend.Bibl.: patriottische gedichten: De vetustissima Brabanticae gentis origine sive Brabantiados libri V en Urbis Antverpiae encomium, 1562; mythologische gedichten: De diis gentilium libri III, 1562; De raptu Ganymedis, 1563 en Bucolica (Misogeorgus, Galatea, Atthis, Piscatores, Pharmaceutria, 1563); verder nog een Oratio de vitae humanae felicitate, cum adjuncto carmine de rerum humanarum vicissitudine ad Gasparem fratrem (1566).
Lit.: Biog. Nat. d. Belg. 1, 624; G. Ellinger, Gesch. d. neulat. Lyrik i. d. Niederl. 102 vlgg.
