Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Mehemed emin ali pasja

betekenis & definitie

Turks staatsman (Constantinopel 1815 - Erenkeny, Klein Azië, 6 Sept. 1871), werd in 1844 minister van buitenlandse zaken in Turkije en verkreeg in 1848 de titel van pasja. In 1854 werd hij voorzitter van de Commissie van politieke organisatie te Constantinopel en bekleedde sedert 1855 meermalen het ambt van grootvizier.

In deze hoedanigheid vertegenwoordigde hij de Porte op het vredescongres te Parijs (1856), nadat hij vooraf de HattiHoemajoem of het manifest van den sultan had uitgelokt, waardoor gelijkstelling van alle nationaliteiten en gezindheden in Turkije werd toegezegd. Wegens de ongunstige vredesbepalingen van 1856 viel hij tijdelijk in ongenade, maar sedert 1861 bekleedde hij weer, met zijn geestverwant, Foead-Pasja, de hoogste waardigheid in de staat. Door hun gematigdheid en standvastigheid slaagden zij erin, de bemoeiingen der mogendheden ten gunste der oproerige bewoners van Kreta in 1866 te verhinderen en Griekenland in toom te houden. Ook noodzaakte hij in 1869 den onderkoning van Egypte tot het erkennen van de souvereiniteit van de Porte.Lit.: N. Jorga, Gesch. des osman. Reiches, V.

< >