(Milaan 16 Mei 1718-9 Jan. 1799), dochter van een wiskundig hoogleraar te Bologna, was op haar 9de jaar met de Latijnse en op haar 11de jaar met de Griekse taal grondig bekend en hield op haar 14de jaar lezingen over filosofische vraagstukken voor een geleerd gezelschap in Bologna. Zij legde zich vervolgens toe op de Oosterse talen, op de bespiegelende wijsbegeerte en op de wiskunde.
Op haar 30ste jaar had zij reeds enige werken over de wiskunde — een verhandeling over de kegelsneden en de (Door Jean Fouquet) eerste gronden der analysis (Istituzioni analitiche, 1748, 2 dln) — uitgegeven, zodat zij tijdens haar vaders ziekte het hoogleraarsambt waarnam. Na de dood van haar vader trok zij zich in een klooster te Milaan terug.Twee meetkundige krommen, de Versiera en de Quadratrix Geometrica of Pseudo- Versiera staan als Kromme van Agnesi bekend. Naar dr E. J. Dijksterhuis heeft aangetoond echter ten onrechte, daar de eerstgenoemde kromme reeds vóór haar door Pierre Fermat en Guido Grandi was bestudeerd, terwijl zij de laatstgenoemde kromme nooit gekend heeft.
Lit.: E. J. Dijksterhuis, De Versiera, in Euklides 9, pag. 233265 (1933); L. Anzoletti, Maria Gaetana Agnesi (1900).
