Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KHORASSAN

betekenis & definitie

(Khorrasan, Khurasan of Chorassan, d.i. „land van de opgaande zon”) omvatte vroeger een zeer groot gebied tussen de Amoe Darja en de Hindoekoesj, maar werd langzamerhand kleiner en is thans de 323 400 km2 grote provincie in N.O.-Perzië met meer dan 1 000 000 inw. Het gebied wordt in het N. en O. ingenomen door bergketens met evenwijdige van N.W. naar Z.O. verlopende, daartussen gelegen dalen.

Deze ketens dalen naar het Z. langzaam, doch naar het N. steil. In het W. ligt de Kavir- of Zoutwo<i>estijn en in het Z. de Woestijn Loet (Dasj i Loet). In tegenstelling tot de moerassige zoutdepressies in het Z. heeft het N. vruchtbare valleien. De minerale rijkdom bestaat, behalve uit zout, uit turkooizen, die gevonden worden in Maadan bij Nisjapoer, en kolen, gelegen ca 30 km ten Z. van Mesjhed. De rivieren zijn relatief klein. Door irrigatie wordt zeer veel water aan de rivieren onttrokken. Het klimaat is droog, met zeer warme zomers en vanwege de hoogte vrij koude winters.De bevolking bestaat voor het grootste deel uit Tadsjiks en omvat verder Turkse, Koerdische, Afghaanse, Arabische en zigeunerstammen. De hoofdstad is Mesjhed in het N.O. met (1942) 176 000 inw., het centrum van handel en industrie. Naar het W. ligt het vroeger beroemde Nisjapoer, waar de beroemdste vindplaats van turkooizen zeer nabij gelegen is, en de bouwvallen van de oude hoofdstad Toes met het praalgraf van Firdausi liggen in het N.W. De bevolking leeft vnl. van landbouw. Veeteelt komt voor onder de zwervende stammen. Er is ook karavaanhandel, tapijt- en katoen-industrie.

GESCHIEDENIS

Khorassan bestond uit de aloude Perzische gewesten Parthië, Margiana en Aria en vormde vroeger een deel van het Perzische Rijk. In de 3de eeuw voor Chr. kwam het O. deel onder de Griekse koningen van Bactrië en later, onder de Arsacieden, werd het een deel van het Parthische rijk en onder de Sassanieden een deel van Perzië. Van 646-820 behoorde het aan de kaliefen; daarna heersten er achtereenvolgens de dynastieën der Tahirieden, Saffarieden en Ghasnawieden. Nadat in 1037 reeds het westelijk deel aan de Seldsjoeken was gekomen, wist in 1117 de Seldsjoekse heerser van Perzië geheel Khorassan met zijn rijk te verenigen. In 1220 veroverde Djingiz Chan het gebied en kwam het onder de heerschappij der Mongolen. In de 16de eeuw werd het weer een Perzische provincie en het bleef hieraan verbonden met uitzondering van Herat, het kleinere, oostelijke deel, dat thans aan Afghanistan toebehoort. In 1893 ruilde Khorassan de streek Firioese tegen het Russische gebied Hissar en Abbasabad.

Lit.: C. E. Yate, Khurasan and Sistan (1900); P. M. Sykes, Khorasan the Eastern Province of Persia (Journal Royal Society of Arts, 1914, LXII); E. Diez, Churasanische Baudenkmäler (Berlin 1918); W. Ivanow, Notes on the Ethnology of Khurasan (Geographical Journal, 1926, LXVII).

< >