bij Josephus Flavius (Ant. XVIII,
1 : 1-6, Bell. Jud. II, 8 : 1, vgl. Ant. XX, 5 :
2, Bell. Jud. II, 17 : 8) ook wel Gaulonaios geheten, uit Gamala aan het meer van Galilaea afkomstig, ruide met een zekere Zadok het Joodse volk tegen een volkstelling op, die de Romeinse stadhouder in Syrië, Sulpicius Quirinus, in 6-7 n. Chr. wilde houden. Van hem en zijn aanhangers beweerden de Zeloten af te stammen, die ten tijde van de Joodse Oorlog (6770 n. Chr.) tegen de Romeinen streden.