Russisch dichter (Wjashlo 3 Mrt 1800 - Napels 11 Juli 1844), zoon van een luitenant-generaal, sleet een gedeelte van zijn jeugd onder de pages te Petersburg, maar werd wegens zijn onbezonnen kwajongensstreken in 1815 uit die kring verwijderd, met het verbod, een aanstelling in militaire dienst te zoeken. In 1818 kreeg hij echter verlof, om als gemeen soldaat bij het garde-regiment van de jagers in dienst te treden.
In 1820 kwam hij bij een regiment in Finland, waar hij in 1825 tot officier bevorderd werd. Hij nam echter weldra zijn ontslag en vestigde zich te Moskou, om er zich geheel aan de literatuur te wijden. Van die tijd af maakte zich een diepe droefgeestigheid van hem meester, welke stemming ook in zijn latere werken is terug te vinden. Zijn eerste grote gedicht, Eda, in Finland vervaardigd (1826), draagt geheel de stempel van dit verblijf. Het heeft tot inhoud de liefdesavonturen van een Fins meisje Eda, dat door een huzarenofficier verleid wordt. Kort daarop verscheen zijn tweede grote gedicht, Het bal (1828), zijnde de geschiedenis van de zelfmoord van een mannenbekoorster, die door haar laatsten minnaar bedrogen wordt.
Beroemder nog is zijn derde grote gedicht, Het Zigeunermeisje (1831), waarin de bedrogene geen zelfmoord pleegt, maar haar ontrouwen minnaar vergiftigt. Baratynski’s kleinere gedichten verraden de invloed van Poesjkin en van sommige Fransen zoals Parny en Millevoye, om van oudere klassieken als Horatius en Pope te zwijgen. In dit genre heeft hij niets beters geleverd dan De Feesten, een epicurische verheerlijking van de tafelgeneugten, waarachter steeds weer een melancholie schemert. Later wordt het meditatieve element in zijn werk nog sterker, bijzonder indrukwekkend is zijn gedicht De laatste poëet, waarin hij de machteloosheid van den kunstenaar tegenover de steeds voortschrijdende mechanisatie van het leven schildert. Spinozistische levenswijsheid vindt men in zijn gedicht Op Goethe’sdood (1832). Een verzameling van zijn gedichten verscheen te Moskou in 1869.
Men leze over hem P. Philipowitsj, Djiznj i twortchestwo Baratynskewo (Leven en werken van Baratynski, 1917). s. VAN PRAAG