bibliothecaris-bibliograaf (Luxemburg 27 Sept. 1804-Brussel 23 Apr. 1867), studeerde te Luxemburg en Leuven, werd doctor in de wijsbegeerte en letteren en kwam in 1826 in dienst van de Leuvense Universiteitsbibliotheek. Na het ontslag van Fr. de Reiffenberg, in 1830, werd hij aangesteld als plaatsvervangend bibliothecaris.
Tweede onderbibliothecaris aan de universiteit te Luik in 1836, ging hij in 1838 over als adj. conservator naar de pas gestichte Kon. Bibliotheek te Brussel. Zijn arbeidsveld strekte zich uit over het ganse bibliotheekwezen en de bibliografie. Vooral bekend zijn zijn Manuel du bibliothécaire (1834) en zijn Projet d’un nouveau système bibliographique des connaissances humaines (1839), dat een gedeeltelijke toepassing vond in de Kon. Bibliotheek. In dit laatste werk, merkwaardig voor de tijd, doet hij zich kennen als een voorloper van het decimaal indelingsstelsel der menselijke kennis van Dewey.PROF. DR R. F. APERS
Lit.: A. Neyen, Biographie luxembourgeoise, III (suppl.) (1864), blz. 330-331; Biogr. nation. d. 1. Belg. XV (Bruxelles 1899), kol. 413-’15; R. F. Apers, Handel. 3e Congr.
Boek-Bibl. w. Gent (1935). blz. 121-130.