Frans wijsgeer en medicus (St Malo 25 Dec. 1709 - Berlijn ii Nov. 1751), studeerde te Leiden onder Boerhaave in de medicijnen en werd officier van gezondheid. Bij de belegering van Freiburg werd hij ernstig ziek; de ervaring bij zijn ziekte opgedaan, dat de kracht van de geest afneemt tegelijk met die van het lichaam, gaf aanleiding tot zijn geschrift Histoire naturelle de l’âme (’s-Gravenhage 1745, 2de dr. 1747).
Wegens de materialistische en atheïstische strekking van dit werk werd het te Parijs verbrand. Hij verloor hierdoor tevens zijn betrekking als militair arts.Gedwongen uit te wijken, kwam Lamettrie naar Nederland, waar hij o.a. zijn voornaamste werk L’homme machine (1747) uitgaf. Ook hier stelde men een vervolging tegen hem in. Frederik de Grote riep hem evenwel als zijn voorlezer naar Pruisen en bood hem een plaats in de Akademie. Na de dood van Lamettrie schreef Frederik de Grote een lofrede op hem (1753).
Lamettrie poogt het denken af te leiden uit lichamelijke functies; het denken is volgens hem een functie van de hersenen; de mens is een zelfregulerende machine. De gewaarwordingen veroorzaken denken en willen. Ook dieren hebben gewaarwordingen en kunnen denken. Er bestaat een volkomen samenhang in de natuur (die slechts materialistisch kan worden opgevat) zodat daarin geen tegenstellingen kunnen voorkomen (verwantschap van mens en plant).
Lamettrie ontzegt alle waarde aan het speculatieve denken. Volgens hem bestaat er geen verband tussen religie en zedelijkheid. Zijn opvatting van de moraal leidt tot hedonisme. Het onderscheid tussen goed en kwaad, voor zover hij dat kent, bestaat hierin, dat men goed handelt wanneer men het algemeen belang stelt boven het bijzonder, en kwaad in het omgekeerde geval.
Bibl. : L’homme plante ( 1748) ; Réflections philosophiques sur l’origine des animaux ( 1750) ; Les animaux plus que machine ( 1750) ; L’art de jouir ou l’école de la volupté (1751) ; Vénus métaphysique ou essai sur l’origine de l’âme humaine (1751); Œuvres philosophiques, 2 dln (London 1751, opnieuw uitgegeven 3 dln 1796).
Lit.: Picavet, L. et la critique allemande (Paris 1889); J. E. Poritzky, L., sein Leben und seine Werke (1900) ; E. Bergmann, Die Satiren des Herrn Machine (1913); R. Boissier, L., médecin, pamphlétaire et philosophe (Paris 1931).