Frans componist (Le Mans 23 Mei 1912), studeerde aan het Conservatoire te Parijs en bij Nadia Boulanger, maakte reeds als twintigjarige naam met een symphonie, schreef sindsdien talrijke komische opera’s en balletten (o.m. La Lutherie enchantée, Le Jeu sentimental, Le roi nu, Les Verreries de Venise, Les Malheurs de Sophie, Le jugement d’un fou); orkestmuziek o.m. pianoconcertino, suite voor viool en orkest, divertimento voor strijktrio en orkest, fantasie voor cello en orkest; kamermuziek o.m. een strijkkwartet, een strijktrio, een vioolsonatine; pianomuziek, koorwerken en liederen. Zijn muziek wordt gekenmerkt door een grote lichtheid, zowel in de speelse melodiek, als in de soepele rhythmiek, de ijle, welluidende harmoniek en de doorzichtige instrumentatie.
Het is niet te verwonderen, dat ook de substantie van zijn muziek vaak een oppervlakkige lichtheid vertoonde. In zijn laatste, ten onzent nog onbekende, werken schijnt hij een grotere diepgang voor zijn muzikale gedachten gevonden te hebben.
