Vlaams schrijver en jurist (ca 1360 - 7 Oct. 1439), uit Handzame (Brugse Vrije) was van adellijke afstamming en talrijke leden van zijn familie hadden zich in de rechterlijke wereld onderscheiden. Hij was schepen Van het Brugse Vrije gedurende 40 jaren, hoogbaljuw van Winendale, grafelijk baljuw der Vier-Ambachten (1401), grafelijk baljuw der stad en ambachtsheerlijkheid Kortrijk (1404), raadsheer van den hertog van Bourgondië (1407) en sinds 9 Mei 1407 baljuw der stad en ambachtsheerlijkheid Veurne, in 1411 gedurende vijf maanden schout te Brugge, vervolgens waterschout te Sluis en ten slotte lid van de Raad van Vlaanderen te Gent, welke functie hij bekleedde tot aan zijn dood.
Hij werd begraven in de kerk van Handzame; het aldaar bewaarde grafschrift is de voornaamste bron voor zijn bibliografie.Zijn voornaamste werk, Dat Kaetspel Ghemoralizeert, bevat een allegorie op het gerecht en werd geschreven in 1431. Hij vergelijkt hierin de gerechtelijke administratie met de verschillende fazen van het kaatsspel en somt de deugden op, die volgens hem de rechters noodzakelijkerwijze moesten beoefenen. Hoewel het boek verschillende malen werd herdrukt, o.a. te Leuven (1477), te Delft (1498), te Antwerpen (1529) en te Leuven (1551) wordt het op letterkundig gebied niet zeer hoog geschat; op rechtshistorisch gebied verdient het echter meer waardering dan het tot nog toe genoot.
Zijn laatste werk, dat onvolledig schijnt, is getiteld De Juridictiën van Vlaenderen, waarin hij zeer klaar de problemen van het gewoonterecht van zijn tijd uiteenzet. Het in vier delen ingedeelde boek behandelt achtereenvolgens vraagstukken van de rechterlijke inrichting en de bevoegdheid, van de strafrechtspleging (torture, rechterlijk tweegevecht, gemene waarheden, het wraken van getuigen, van het leenrecht en het stadsrecht. Hij kent slechts het gewoonterecht, want hoewel hij spreekt over het geschreven recht, is in zijn werk nergens de invloed van het Romeinse recht waar te nemen. DR L. TH. MAES
Lit.: Eg. I. Strubbe, Jean van den Berghe, écrivain et juriste flamand (Bulletin de la Gomm. rov. des anc. lois et ordonn. de Belgique, XII, p. 174-201); D. Berten, Un document de vieux droit flamand (zelfde tijdschr., XI, p. 5-37); J. A. Roetert Frederikse, Dat Kaetspel ghemoralizeert (Leiden 1915).