Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

James Abbott McNeill WHISTLER

betekenis & definitie

Amerikaans schilder en graficus (Lowell, Mass., 11 Juli 1834 - Londen 17 Juli 1903), legde zich sinds 1855 te Parijs onder leiding van Gleyre op het schilderen toe, vier jaar later vestigde hij zich te Chelsea. In Engeland werd, toen hij daar kwam, nog steeds geschilderd volgens de allengs conservatief geworden methode der Prae-Raphaelieten.

De verdienste van Whistler is geweest dat hij, zelf voortkomend uit de kring van Corot en Courbet en beïnvloed door Rembrandt, Hals en Velazquez, niet alleen zijn standpunt wist te handhaven, maar daar ook een zo daadwerkelijke invloed uitoefende dat de Engelse schilderkunst sedertdien een andere weg insloeg.Zijn overtuiging dat kunst vóór alles aesthetisch moet zijn („Part pour Part” en atmosfeer) en niet didactisch, anecdotisch of nabootsend, bracht hem er toe zijn landschappen en zelfs portretten namen uit de muziek te geven, als „harmony”, „symphony”, die dan ook terecht symphonieën of arrangementen in kleur zijn, of „nocturne” (gezichten langs de Theems). Met zijn grafisch werk, waaronder de etsen behorend tot de Thames sets en de Venice sets de beste zijn, neemt hij, naar het huidig oordeel, een invloedrijker plaats in onder de grafische kunstenaars dan hij met zijn landschappen en portretten doet te midden van de schilders. Voorts deed hij zich in zijn polemieken met Ruskin kennen als een uitstekend essayist.

Bibl.: Ten O’clock (1888); The Gentle Art of Making Enemies (nieuwe dr. 1904); The Baronet and the Butterfly (1899).

Lit.: James Laver, W. (London 1930); John Rothenstein, An Introd. to Eng. Painting (London 1933, 2de dr. 1947).

< >