Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jacobus Anne van der CHIJS

betekenis & definitie

(Leiden 1 Juni 1831 - Batavia 23 Jan. 1905), zoon van de penningkundige Pieter Otto van der Chijs, promoveerde in 1856 te Leiden in de rechten en vertrok in 1857 naar Indië, na eerst te Delft examen te hebben afgelegd voor Oostind. ambtenaar. In Batavia werd hij benoemd tot commies ter Alg.

Secretarie; na te zijn opgeklommen tot referendaris, was hij werkzaam als Inspecteur bij het Inlands Onderwijs. 28 Jan. 1892 volgde zijn aanstelling tot Landsarchivaris, nadat hij geruime tijd tijdelijk werkzaam was geweest met het classificeren van het Oud-Archief. Hier vond hij zijn levenstaak. Door zijn zorg zagen belangrijke archiefstukken het licht.PROF. DR C. GERRETSON

Bibl.: De stichting der Ver. O.I. Compagnie, diss. (Leyden 1856, ook verschenen als: Gesch. der stichting van de Ver. O.I.

Comp., Leyden 1856, 2de dr. 1857); De Nederlanders te Jakatra (Amsterdam 1860); (met E. Netscher) De munten v. Ned. Indië (Batavia 1864., Verhand, v. h.

Bat. Gen. v. Kunsten en Wet., dl 31); Proeve eener Ned. Ind. bibliographie, 3 dln (Batavia 1875,77, 1902, Verhand, id. dl 37, 39, 55); Inventaris van ’s lands archief te Batavia 1602-1816 (Batavia 1882).

Uitgaven: Ned. Ind. Plakaatboek, 16 dln met reg., lopende van 1602-1811 (Batavia 1885-1900); Dagh-register gehouden int Casteel Batavia, 16 dln, lopende van 1640-1677 (Batavia 1887-1904, door anderen voortgezet).

Lit.: J. E. de Meyer, in Ind. Gids XXVII (1905); Encycl. v. Ned.

Indië, 2de dr. I (1917)

< >