eig.Ettore Schmitz,Italiaans romanschrijver (Triest 19 Dec. 1861 - Motta di Livenza 13 Sept. 1928), heeft op vijf studiejaren in Duitsland na, nooit anders dan in Triest geleefd; hij was daar bankbeambte, later industrieel. James Joyce, die hem Engels leerde, ontdekte hem en bracht zijn groot talent onder de aandacht van Valéry Larbaud en Benj.
Crémieux: vandaar dat hij in Parijs (en in Engeland) reeds roem genoot, eer hij - weggedrukt door de faam van D’Annunzio - in Italië bekend werd. Van zijn drie romans (zie bibl.) is vooral La Coscienza di Zeno (1923) een hoogst belangrijk werk om de haarfijne psychologische analyse en zijn Proust-achtige „chalogue intérieur”: het boek staat geheel in de eerste persoon.Evenals Zola, die hem beïnvloedde, geeft Svevo het leven in zijn kleinste, vaak somberste details weer, maar zijn zichzelf ondervragende helden staan toch dichter bij een Dostojewsky of bij de figuur van een Salavin van Duhamel. Zijn hoofdpersoon is steeds een slap, mediocre man die ondanks zijn wilstekort zijn eigen leven wil maken en nooit vat krijgt op de reële problemen. Svevo’s boeken ademen fundamenteel pessimisme, bedekt door wrange humor. Hij kwam om bij een auto-ongeluk.
DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: (romans) Una vita (1892, 1930); Senilitè (1898, 1938, Eng. vert. d. B. de Zoete als: As a Man Grows Older, 1932); La Coscienza di Zeno (1923, 1938, Eng. vert. d. B. de Zoete 1930, als The Confessions of Zeno, herdr. London 1948, m. inl. d. R. Poggioli); (verhalen) La novella del buon vecchio e della bella fanciulla ed al tri racconti (1929). Posth. uitgeg. werk: Corto viaggio sentimentale (Trieste 1949).
Lit.: F. Sternberg, L’opera di It. Sv. (Trieste 1928, 1929); M. Punter, I. S. (ib. 1936, m. bibl.); Omaggio a Svevo, in: Convegno, 25 Febr. 1929; id. in Solaria, 1929; N. Sapegno, Rassegna di scritti su I. S., in La nuova Ital., I, 1930; G. Benedetti, Saggi critici, 2a serie (Roma 1945); Times Lit. Suppl. 24 Juli 1948; Profilo della critica su I. S. 1892-1951» pubbl. d. Br. Maier (Univers. degli Studi, Trieste 1952); Livia Veneziani Svevo, Vita di mio marito (memoires v. mevr. Sv., Trieste 1950).
