Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HENDRIK (Utrecht)

betekenis & definitie

naam van twee bisschoppen van UTRECHT.

Hendrik (I)

van Vianden, 38ste bisschop van Utrecht (1249-1267). Als Domproost van Keulen werd hij door paus Innocentius IV in 1249 tot bisschop van Utrecht aangewezen tegenover de door de Utrechtse kapittels verkozen Gozewijn van Randerode. Pas eind Aug. 1250 kon hij zijn intocht in Utrecht houden. Voorstander van de pauselijke politiek en gesteund door zijn machtige bloedverwant Koenraad van Hochstaden, aartsbisschop van Keulen, oefende Hendrik een krachtig autoritair regime uit. Aanvankelijk steunde hij het gezag van de Rooms-koning Willem II*, maar in 1255 geraakte hij in een ernstig conflict met Holland, dat pas in 1257 werd bijgelegd. In dit conflict stonden vele Stichtse edellieden aan de kant van Holland, o.m. het geslacht van Amstel.

Tegen deze heren bouwde bisschop Hendrik het kasteel Vreeland. Hij voerde herhaaldelijk oorlog tegen Gelre en ondernam in 1259 een expeditie tegen de inwoners van Drenterwolde. Na de felle brand, die in 1253 de stad Utrecht teisterde, legde hij de fundamenten voor de nieuwe Gothische Domkerk. Vele plaatsen in het Over- en het Nedersticht ontvingen van hem stadsrechten, o.m. Amersfoort, Oudewater, Hasselt, Goor en Vreeland. Bisschop Hendrik stierf op 4 Juni 1267.

Lit.: G. Pijnacker Hordijk, Lijsten van Utrechtsche prelaten voor 1300. (Groningen 1911), blz. 39/40; R. R. Post, Gesch. d. Utrechtsche bisschopsverkiezingen (Utrecht 1933), blz. 69 volg.

Hendrik (II)

van Beieren, 58ste (verkozen) bisschop van Utrecht (1524-1529). Na de dood van bisschop Philips van Bourgondië kozen de Utrechtse kapittels onder invloed van de burgerij noch de keizerlijke, noch de Gelderse candidaat, maar die van de aartsbisschop van Keulen, te weten Hendrik van Beieren, broeder van de keurvorst van de Palts. Tijdens zijn bewind had het Sticht zwaar te lijden onder de voortdurende geschillen tussen Karel V en Gelre, die ook in de binnenlandse partijgroeperingen hun weerslag hadden. De elect zag zich in Nov. 1527 genoodzaakt de hulp van Karel V tegen de Geldersen te aanvaarden met als onderpand de temporale goederen van het Sticht (verdrag van Schoonhoven). Bij de tractaten van Dordrecht (12 Febr. 1528) en Gorinchem (20 Oct. 1528) stond hij de temporaliteit over Over- en Nedersticht af aan Karel V. Deze overdracht werd op 20 Aug. 1529 door paus Clemens VII geratificeerd, waarna Hendrik van zijn waardigheid afstand deed. Hij stierf op 3 Jan. 1552 als bisschop van Worms en Freising.

DR F. KETNER

Lit.: J. S. Theissen, De regeering van Karel V in de Noord. Nederl. (Amsterdam 1912), bU. 65-99.

< >