Nederlands schilder, tekenaar en graficus (Amsterdam 23 Oct. 1857 - ’s-Gravenhage 11 Aug. 1928), leerling van Valkenburg, de Rijksacademie (1878-1880, Allebé) en de Academies te Antwerpen en Brussel, maakte studiereizen naar Spanje, Marokko, Algiers, Italië. Op een correct academisch werk als De Vlucht volgden kleurige, min of meer impressionnistisch breed geschilderde schilderijen en studies van zuidelijke landschappen en stadsgezichten (Marokko), kleurig en pittig gestoffeerd en met een zekere decoratieve inslag.
Haverman is reeds dàn meer tekenaar dan schilder. Hij etst ook {De Blinde). Ca 1895 begint zijn belangrijke bezigheid als portrettist. Zijn geschilderde en gelithografeerde portretten vormen, met die van Jan Veth, de iconografie van de intellectuelen en de maatschappelijk op de voorgrond komende figuren (geleerden, staatkundigen, kunstenaars, bedrijfsleiders) uit zijn tijd. Ook in zijn portretten uit zich sterk de decoratieve inslag. De voordracht is smaakvol en hij houdt er van deze min of meer ornamentaal (in onderdelen) te behandelen, daarbij niet zelden fijn-ironisch. Zijn portretten zijn sterk gelijkend en levend, maar niet zo penetrant als persoonsweergave als die van Jan Veth.
In Woord en Beeld (1896-1901) verschenen ca 80 portretten van bekende tijdgenoten, gereproduceerd in houtgravure. Haverman heeft ook critieken geschreven, o.a. in de Nieuwe Gids.DR G. KNUTTEL WZN