Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Hendrik BURGER

betekenis & definitie

(Delft 15 Nov. 1864), studeerde geneeskunde te Leiden, werd in 1890 arts en promoveerde het volgend jaar te Freiburg op proefschrift Die laryngealen Störungen der Tabes dorsalis. Van 1893-1895 was hij privaat-docent te Amsterdam en van 1905-1935 hoogleraar in de keel-, neus- en oorheelkunde aldaar. Hij heeft zich vooral bewogen op het gebied der otiatrie en zich in het bijzonder verdienstelijk gemaakt voor het doofstommenonderwijs (stichtte in 1911 de doofstommenschool te Amsterdam en in 1914 de school voor hardhorenden).

Prof. Burger heeft zich ook op politiek-cultureel terrein bewogen en een rol gespeeld in de Dietse beweging.

Bibl.: Leerboek der oorheelkunde (met Zwaardemaker, Haarlem 1905); Handleiding bij de studie der keel-, neus- en oorheelkunde (Haarlem 1922); Leerboek der ziekten van ooren, neus, mond, keel, slokdarm en lagere luchtwegen, 6de dr. Bewerkt door v. Gilse e.a. (Haarlem 1947)

< >