Nederlands rechtsgeleerde van Duitse afkomst (Rotterdam 1680 Apr. 1736), studeerde te Leiden, promoveerde aldaar 3 Apr. 1705 en vestigde zich daarna als advocaat te ’s-Gravenhage. Hij wijdde zich aan de studie van het Romeinse recht en stelde zich tot levenstaak een zuivere tekst der Pandecten vast te stellen.
Daartoe maakte hij een reis van vier jaren naar Florence, Rome, Napels en Parijs (17091712). In 1722 verscheen zijn Historia Pandectarum. Zijn papieren had hij vermaakt aan Bynkershoek, die echter weinige jaren daarna overleed. Brenkmann’s aantekeningen kwamen ten slotte in handen van Spangenberg die er gebruik van maakte bij een nieuwe uitgave der Pandecten (Göttingen 1776-1796).Lit.: Hans Peters, Brenkmanns Papiere zu Göttingen. Zeitschr. d. Savigny-Stiftung R. A. dl 32 (1911), blz. 370 w.