(Milaan 25 Jan. 1509 - Rome 1 Dec. 1580), sinds 1529 bisschop van Modena, ging in 1536 als nuntius naar Duitsland en nam als zodanig deel aan de Rijksdagen van Regensburg en Spiers. In 1542 tot het kardinalaat verheven, was hij een ernstig candidaat voor het pausschap.
Paulus IV, in 1555 paus geworden, liet hem in 1557, als verdacht van ketterij, opsluiten in de Engelburcht te Rome. Na de dood van deze paus (1559) kreeg hij zijn vrijheid onmiddellijk terug en in 1560 werd hij door Pius IV volledig gerehabiliteerd. In 1563 ging hij naar Trente om de beraadslagingen van het Concilie te leiden; ook wist hij zeer bekwaam te onderhandelen met keizer Ferdinand I. Aan Morone vooral komt, volgens Ranke, de eer toe, dat het Concilie van Trente een zeer gelukkig einde nam. Hij stierf als kardinaal-bisschop van Ostia.Lit.: G. Constant. La légation du Gard. M. et le Concile de Trente (Paris 1922); L. v. Pastor, Gesch. der Päpste, dl IV-IX (1909-1923); H.Jedin, Krisis u. Wendepunkt desTrienter Konzils (1941). — M.’s nuntiatuurverslagen werden uitgegeven d.
K. W . Friedensburg (1892) en L. Gardauns (1909-1910).