Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Fernand victor toussaint van boelaere

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Anderlecht, Brussel, 19 Febr. 1875-Brussel 30 Apr. 1947), was ambtenaar bij het ministerie van Justitie, directeur van het Beknopt Verslag in de Senaat en correspondent van het Algemeen Handelsblad (Amsterdam). Hij gaf enige bundels poëzie uit en legde een grote bedrijvigheid als criticus en chroniqueur aan de dag, maar hij is, sedert zijn merkwaardig debuut, Landelijk Minnespel, in de eerste plaats een schrijver van vormschone dorps-en grotestadsnovellen, droomverhalen en hedonistische verbeeldingen.

Door de distante stijl van deze haast volmaakte prozakunst klinkt vaak een tragische toon. De voorkeur van de verteller ging uitsluitend naar het korte verhaal, overeenkomstig zijn opvatting, dat kunst condensatie en kristallisatie van levensintensiteit is.DR R. F. LISSENS

Bibl.: Novellen: Landelijk Minnespel (Halle 1910); Een legende van Onze-Lieve-Vrouw van Halle (Gent 1911) ; De bloeiende verwachting (Bussum 1913); Petrusken’s einde (Brussel 1917); Het gesprek in Tractoria (Antwerpen 1923) ; De zilveren vruchtenschaal (Bussum 1924); De Peruviaansche reis (Antwerpen 1925); Turren (ibid. 1935); De doode die zich niet verhing (Maastricht 1937); Het Barceloneesche avontuur (Antwerpen 1944); Drie rozen van den struik (ibid. 1945); Mallorca en de nymfen (Den Haag 1946). Poëzie: Latere bekentenis (Brussel 1909) ; De gouden oogst (Antwerpen 1944). Essay en critiek: Zurkel en blauwe lavendel (Brussel 1926); Barceloneesche reisindrukken (Antwerpen 1930); Litterair scheepsjournaal (3 dln, Brussel 1938, 1939, 1946); Geur van Bukshout (Antwerpen 1940) ; Marginalia bij het leven en het werk van K. v. d. Woestijne (Brussel 1944); Spiegel van Van Nu en Straks (ibid. 1945).

Lit.: R. Roemans, T. v. B. (Brussel 1935) ; Idem, Analytische bibliographie van en over T. v. B. (Gent 1936) ; Album Amicorum T. v. B. (Antwerpen 1946).

< >