Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Esaias tegnér

betekenis & definitie

Zweeds dichter (Kyrkerud 13 Nov. 1782 - östrabo 2 Nov. 1846), studeerde drie jaren letteren en theologie te Lund, werd daar leraar in de aesthetica en bibliothecaris. Van 1812-1824 was hij hoogleraar in het Grieks te Lund.

In 1824 werd hij tot Luthers bisschop te Växjö benoemd.Hij leed in deze jaren aan melancholie, die op den duur zijn geestelijk evenwicht geheel verstoorde. Van 1840-’41 werd hij verpleegd in een inrichting voor geesteszieken. In zijn studententijd onderging hij vooral de invloed van de werken van Schiller. Van de klassieken nam hij de harmonische vorm over, door de Zweedse romantici Ling en Oehlenschläger kwam hij tot het bestuderen van de Skandinavische Oudheid. Hij sloot zich aan bij het literaire genootschap Götiska Förbundet, dat de Oudskandinavische geest wilde wekken. Hij bestreed de Fosforisten, de romantische school van Atterbom. wier gebrek aan helderheid hem tegenstond. In zijn jeugd was Tegnér idealist en zeer vrijheidlievend.

Hij gaf uiting aan zijn vrijheidsliefde in Krigssang for lantvämet (1808), een aansporing om Zweden tegen de uit het Oosten en Westen dreigende vijanden te verdedigen. In de jaren van zijn professoraat schreef hij veel gedichten in het tijdschrift Iduna met motieven uit de Skandinavische Oudheid. Onder invloed van de Duitse filosofie ziet hij in de natuur symbolen, zo is in Flyttfaglarna de trek van de vogels een symbool van het eeuwigheidsverlangen van de mens. In zijn redevoering bij de herdenking van de Hervorming (1817) bestreed hij zowel de aanhangers van de Verlichting als hun bestrijders, de romantici. In het grote gedicht Epilog vid magisterpromotionen (1820) is alle polemiek gesublimeerd. Het was aanleiding tot de verzoening van Tegnér en de Fosforisten. Hij had ondanks zijn zin voor realisme een behoefte aan heldenverering, wat blijkt uit de gedichten ter ere van Napoleon (Hjälten, Den vaknade Örnen) en Karel XII. Onder invloed van de Duitse dichter Voss schreef hij in hexameters zijn verhalend gedicht Nattvardsbarnen. Verdere epische gedichten zijn Axel en de in vele talen vertaalde Frithiofssaga (1825), een romantisch bewerkt Oudijslands verhaal, geschreven in navolging van Oehlenschläger's Helge.



Van zijn toenemende hypochondrie getuigt o.a. het korte Mjältsjukan (1825) - In Den Dode geeft hij uiting aan de verrukking en smart van zijn laatste liefde. Wel religieus voelend, maar niet rechtzinnig ging Tegnér gebukt onder de druk van zijn bisschoppelijke waardigheid. Als bisschop moest hij ook zitting nemen in de rijksdag. Hier stelde hij vele vrienden teleur door zich te keren tegen het liberalisme, waarvan hij vroeger een warm aanhanger was. In 1840 werd hij door waanzin getroffen. Van Tegnér’s latere gedichten is vooral te noemen Sänken nid Svenska Akademiens femtiodrsfest (1836), een schildering van de Gustaviaanse tijd. Zeer grote bekendheid verwierven ook Tegnér’s brieven. Zijn Samlade Skrifler werden uitgegeven van 1919-1925.

Lit.: F. Böök. Esaias Tegnér I—II (1946).

< >