(1108? - Constantinopel i Juni 1205), doge van Venetië, onderscheidde zich door kennis en welsprekendheid, was in 1173 gezant te Constantinopel en werd in 1192 tot doge gekozen. Het verhaal, dat hij in Byzantium door de keizer blind gemaakt was, is zeker een legende; het jaar van zijn geboorte is geheel onbekend; er is een overlevering, die zegt, dat hij op 85-jarige leeftijd doge werd, maar geloofwaardiger is dat hij slechts 72 jaren telde.
Ook op zo hoge ouderdom is het zeker allermerkwaardigst, dat hij nog de schepper werd van de Venetiaanse heerschappij in het Nabije Oosten. Hij begon met de strijd tegen de Pisanen, die hij uit Pola verdreef, maar beleefde zijn grootste tijd gedurende de Vierde of Latijnse kruistocht, toen hij erin slaagde het kruisleger af te leiden van het Heilige Land en in dienst te stellen van de macht van Venetië (z Kruistochten). Hij werd de feitelijke leider van de tocht, die eerst Zara (Dalmatië) voor de handelsrepubliek veroverde en zich toen tegen Byzantium richtte. Speciaal de tweede verovering van de keizerstad stond onder zijn leiding en hij wist daarbij de verdeling van het Griekse keizerrijk ten gunste van Venetië door te zetten: de havens van Albanië, de Ionische eilanden, de Cycladen en Negroponto kwamen aan haar, die daarmede de Adriatische en Aegeïsche zeeën beheerste en bovendien nog enorme handelsvoorrechten in Constantinopel zelf bedong.
Daarna zette hij deze politiek voort, wist ook nog Kreta te vermeesteren (z Kreta) en de „Latijnse keizer”, Boudewijn, te bewegen tot een krijgstocht tegen de Bulgaren in Thracië, waaraan hij zelf deelnam. Deze laatste inspanning was waarschijnlijk te groot, hij overleed tenminste kort daarna te Constantinopel.Lit.: E. Bravetta, E. D. (Milano 1929).