Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Emiel van HEMELDONCK

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Zwijndrecht bij Antwerpen 29 Nov. 1897), sedert 1928 inspecteur L.O., had veel succes met Dorp in de Hei (1938) en is sedert ca 1940 een der meest gelezen Vlaamse auteurs. Hij schrijft heideromans, die landschap en bewoners van de Antwerpse Kempen uitbeelden, en breed opgezette historische romans (w.o. zijn beste boek, De Cleyne Keyser).

Bibl.: Op de Grindershoeve (Maldegem 1923); Filmkens (Averbode 1925); Legenden (Maldegem 1925); Van Toontje die naar Rome ging (Averbode 1926); Opgang (Leuven 1927); Het schoone Heilig Jaar (ibid. 1930); Legenden (Averbode 1935); Ik ben een bediende (Leuven 1937); Dorp in de Hei (Den Haag 1938); Berk en Brem (ibid. 1940); Konijnenberg (ibid. 1940); Johan Van der Heyden, Magister (Leuven 1941); Kroniek (Antwerpen 1943); De Cleyne Keyser (Antwerpen 1943); Maria, mijn kind (Antwerpen 1944); De harde weg (Leuven 1945); Agnes (Leuven 1946); De Groene Swaen, trilogie (Tielt 1946); Moeder Greta (Oud-Tumhout 1948); Land van Belofte (Tielt 1948); Regenboog der Kempen (Tielt 1950).

< >