(Erik de Rode’s land) is de naam van een streek aan de oostkust van Groenland ten N. van Scoresby Sund, welke streek de regering van Noorwegen op 10 Juli 1931 verklaarde te hebben bezet. Op 12 Juli d.a.v. stelde de Deense regering, overtuigd, dat de souvereiniteit over dit gebied haar land toekwam, naar aanleiding van de Noorse verklaring van bezetting een vordering in bij het Permanente Hof van Internationale Justitie.
Na zeer uitvoerige pleidooien werd bij arrest van 5 Apr. 1933 Denemarken in het gelijk gesteld en uit brieven van 18 Apr. d.a.v. van de voor deze zaak bij het Hof aangestelde agenten der Deense en Noorse regeringen bleek, dat Noorwegen zijn verklaring van 10 Juli 1931 herriep. Op 11 Mei 1933 heeft het Hof van deze brieven akte genomen en de zaak voor beëindigd verklaard.MR L. V. LEDEBOER
Lit.: J. Skeie, Greenland. The dispute between Norway and Denmark (London - Toronto 1932; uit het Noors, Oslo 1931; ook in het Duits vertaald, Berlin 1932); K. Berlin, Dänemarks Recht auf Grönland (Königsbergen 1932; uit het Deens, Köbenhavn 1932; ook in het Frans vertaald, Paris - Köbenhavn 1933); A. W. Brögger, Dommen i Haag (Oslo 1933); W. Haver, Wurde Ostgrünland durch Dänemark in dem Zeitraum von 1921 bis 1931 okkupiert? Eine Untersuchung im Lichte des Urteils des Weltgerichtshofes vom 5. Apr. 1933 (Kiel 1937).