Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EERSTE NEDERLANDSCHE CEMENT INDUSTRIE N.V

betekenis & definitie

(Enci) te Maastricht werd op 15 Juli 1926 opgericht door een Belgisch-Zwitserse combinatie van cementfabrieken. Het kapitaal bedraagt ƒ 5.000.000.−, verdeeld in 100 aandelen van ƒ 50.000.−, welke alle zijn geplaatst en volgestort.

In 1929 werd begonnen met de productie van Portlandcement. In hoofdzaak worden hiervoor als grondstoffen calciumcarbonaten (kalksteen, krijt, mergel) en aluminiumsilicaten (klei, leisteen) gebruikt. Daar de calciumhoudende component verreweg het belangrijkst is en geen noemenswaardige transportkosten verdraagt is de Enci gevestigd langs het kanaal van Maastricht naar Luik, nabij de kalkgroeve van de St Pietersberg.In Dec. 1930 is door de Enci en de N.V. Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken, ieder voor de helft, deelgenomen in het kapitaal van de nieuw opgerichte N.V. Cementfabriek IJmuiden (Cemij). Deze fabriek, die in Juli 1931 in bedrijf werd gesteld, verwerkt een halffabrikaat van de Enci nl. portlandcementklinker (d.i. het gebrande, doch nog niet gemalen cement) en hoogovenslakken door vermenging en maling tot hoogovencement. Bij dit productieproces maken de hoogovenslakken de voornaamste grondstof uit, vandaar de vestiging van de Cemij te IJmuiden.

De productiecapaciteit van beide maatschappijen tezamen is ruim 500.000 ton cement per jaar, waarvan de Enci alléén ca 400.000 ton kan leveren. Voor de afzet werd opgericht de N.V. Verkoopassociatie Enci-Cemij, waarbij de Enci voor ¾ , de Cemij voor ¼ in het kapitaal participeerde. Dit verkoopapparaat heeft de laatste 15 jaren voor ca 50 pct in het jaarlijkse Nederlandse cementverbruik (0,7-1,1 millioen ton) voorzien. De export van cement uit Nederland heeft nooit een grote omvang gehad.

In tot oordelen bevoegde kringen verwacht men, dat de behoefte aan cement in Nederland eerlang zal toenemen tot 1½ millioen ton, in verband met wederopbouw en industrialisatie en verder door de toenemende toepassingsmogelijkheden van beton. Doordat de Enci eind 1948, na ampel overleg met de regering, voor de duur van 60 jaren concessie heeft verkregen tot het winnen van mergel uit een zeer groot deel van de St Pietersberg, zal de stijging van het verbruik voor een deel door een vergrote binnenlandse productie worden opgevangen. In de loop van 1949 hoopt men met de bouw van een vijfde oven, waarmee de Enci haar productie tot 6 à 700.000 ton in 1952 denkt uit te breiden, aan te vangen. De bouwkosten zullen rond ƒ 12.000.000.− bedragen. Deze vergroting van de binnenlandse productie zal metterdaad, aldus minister Rutten op 21 Dec. 1948 in de Tweede Kamer, voor Nederland een jaarlijkse deviezenbesparing van naar schatting f 6.000.000.− opleveren.

L. VAN ZWOL

< >