Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Eduard HEIMANS

betekenis & definitie

Nederlands bioloog en schrijver van vele populaire werken over de natuur (Zwolle 28 Febr. 1861 - Gerolstein 22 Juli 1914), werd in 1885 onderwijzer te Amsterdam, later hoofd van een openbare lagere school. Eerst schreef hij kinderboeken en een jongensboek, Willem Roda, maar door zijn grote liefde voor zeer vele en verschillende onderdelen der natuurlijke historie handelen zijn latere geschriften alle hierover.

Hij bezat een zeldzame gave om zijn grote liefde en bewondering voor de natuur ook aan anderen mede te delen en vooral om bij de jeugd de lust op te wekken naar buiten te gaan en door eigen aanschouwing de planten en dieren te bestuderen. Zijn Handleiding bij het Onderwijs in de Hat. Hist. op de L. S. (4 dln, 1898-1908) leidde het onderwijs in dat vak in geheel nieuwe banen. Zijn vele artikelen en zijn boeken, meest geschreven in samenwerking met Jac. P.

Thijsse*, hebben de grote stoot gegeven tot het opleven van de populaire beoefening der natuurlijke historie. De oprichting van de Ned. Natuurhist. Ver. en de Ned. Jeugdb. v. Natuurstudie (N.J.N.) was een gevolg van hun optreden.

Hun streven werd vooral bevorderd door de uitgave van De Levende Natuur (sinds 1896). Heimans voelde zich later vooral aangetrokken tot de geologie. Hij stierf tijdens een geologische excursie in de Eifel.Bibl.: Willem Roda (Amsterdam 1889); Sarphatiparkboekje (Amsterdam 1893); Handleiding bij het onderwijs in de Nat. Hist. op de L.S. (Amsterdam, 4 dln, 1898-1908); De Honingbij (Amsterdam 1899); Wandelen en Waarnemen (Amsterdam 1906); Met Kijker en Bus (Amsterdam 1906); Uit de Natuur (W. B. 1916); Uit ons Krijtland (Amsterdam 1911); Geologieboekje (Amsterdam 1913); Aquariumboekje (Amsterdam 1912). Met Jac. P. Thijsse samen: Van Vlinders, Vogels en Bloemen (Amsterdam 1894); In Sloot en Plas (Amsterdam 1895); Door het Rietland (Amsterdam 1896); Hei en Dennen (Amsterdam 1899); Geïllustreerde Flora van Nederland (Amsterdam 1898); In de Duinen (Amsterdam 1899); In het Bosch (Amsterdam 1901); In het Vondelpark (Amsterdam 1901).

Met P. H. van der Ley: Natuurkunde van den Mensch (Amsterdam, 4de dr., 1908). Met R. Schuiling: Nederlandsche Landschappen (1912).

Lit.: De Lev. Nat.XIX (1915), met portret; Natura 1914 en 1920.

< >