Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Cornelis van GHISTELE

betekenis & definitie

alias De Mol of Talpa, Zuidnederlands rederijker, lid van de Antwerpse kamer „De Goudbloem”, waarvan hij vermoedelijk factor was van 1550 tot ca 1570. Onder de kenspreuk „Laet wrueten den mol” stelde hij een paar toneelspelen samen, waarin hij, een der eersten in de 16de eeuw, een klassieke stof verwerkte: Aeneas ende Dido (1551 of 1552), hoogst waarschijnlijk ook Hero en Leander (1552 of 1553); verder schreef hij de stukken, waarmee de „Goudbloem” optrad op het bekende Antwerpse landjuweel van 1561.

Hij maakte zich vooral verdienstelijk door zijn vertaling van Latijnse en Griekse meesterwerken, die hij bewust omdichtte in de trant en de geest van de rederijkerspoëzie. Zo kwamen achtereenvolgens aan de beurt: de Heroïdes van Ovidius (1553), de Aeneis van Vergilius (4 eerste boeken in 1554, de andere later), de Comediae van Terentius (1555), via een Latijnse tussentekst de Antigone van Sophocles (1555) en ten slotte de Satyrae of Sermones van Horatius (1569). De Terentius-vertaling kan als de best geslaagde worden beschouwd. Van Ghistele is de humanistisch-georiënteerde rederijker, die zonder veel hulpmiddelen de antieke dichters toegankelijk maakte voor zijn tijdgenoten, die geen Latijn kenden.

Daarbij heeft hij het eerst gewezen op de Griekse tragedie, waarbij hij het onderscheid duidelijk maakte tussen de tragedie en de comedie en deze begrippen zodoende definitief inburgerde.PROF. DR E. ROMBAUTS

Bibl.: Volledige bibl. in de Bibliotheca Belgica, ire série, X G 10-69; Antigone-vert. heruitgeg. d. J. Grietens (Antwerpen 1922); W. van Eeghen, Bibliographica II in V.M.A. (1940,350-366).

< >