Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CONSTANTIJN (Griekenland)

betekenis & definitie

koning van GRIEKENLAND (1913-1917; 1920-1922) (Athene 2 Aug. 1868 Palermo 11 Jan. 1923), studeerde te Athene en in Duitsland; huwde Sophia Dorothea van Pruisen, zuster van Wilhelm II, hetgeen hem de naam gaf Duitsgezind te zijn. In 1912 nam hij met instemming van de grote Kretensische staatsman Venizelos deel aan de Balkanbond tegen Turkije, die bestond uit Servië, Bulgarije en Montenegro.

In deze oorlog kon Griekenland met zijn vloot de Turkse schepen in de Hellespont insluiten, terwijl Constantijn door de overwinningen van Elassona, Sarantoporo en Jannitsa op g Nov. 1912 Saloniki nam. Zich daarna naar Epirus wendend dwong hij de hoofdstad Jannina tot overgave (3 Mrt 1913). Na deze successen had hij het hart van de soldaten voor zich gewonnen tot aanbiddens toe, terwijl het volk hem beschouwde als de opvolger van de laatste keizer van Byzantium, Constantijn XI Palaeologos, uitverkoren voor de bevrijding van Constantinopel. Toen Bulgarije midden onder de besprekingen van Londen zijn voormalige bondgenoot aanviel, snelde Constantijn toe uit Athene en behaalde de overwinningen bij Kilkisj, Kresjna en Zoemaya, die hem tot vlak voor Sofia brachten.

Bij de vrede van Boekarest (10 Aug. 1913) kreeg Griekenland Kreta, de eilanden aan de Klein-Aziatische kust, Oost- en West-Macedonië; van Epirus kreeg het alleen het Zuidelijk deel, daar Italië hier tussenbeide kwam ten behoeve van een te stichten Albanese staat.Wereldoorlog I verbrak de goede verstandhouding tussen Venizelos en Constantijn. De laatste, onder de indruk van de geduchte kracht en de successen van Duitsland, wilde zo lang mogelijk neutraal blijven, hoewel Wilhelm II met bedreigingen probeerde hem naar zijn kant over te halen. Venizelos, die voorzag dat de eindoverwinning voor de Entente zou zijn, had vérstrekkende plannen voor een groot Griekenland; de koning vroeg garanties aan de Entente, die geweigerd werden. Daar beiden, Venizelos en de koning, van autoritair karakter waren, dreven zij bij dat verschil van mening de slechte verstandhouding zover, dat het land er door geschaad werd.

Ten slotte voerde Venizelos een staatsgreep uit, die tot afscheiding leidde, door zich in Saloniki vast te zetten en de oorlog te verklaren aan de Centrale Keizerrijken. Daarna eiste Frankrijk uit wantrouwen tegen de koning de mobilisatie van het Griekse leger en uitlevering van de wapenen; ten slotte stuurde het Constantijn gewapenderhand in ballingschap; zijn tweede zoon Alexander besteeg de troon, maar stierf in 1920. Bij het verdrag van Sèvres, waar Venizelos triomfeerde, kreeg Griekenland grote stukken in Europa en Azië toegewezen, maar ook de opdracht Turkije naar het binnenland van Klein-Azië terug te dringen. Venizelos begon deze veldtocht zonder rekening te houden met de reorganisatie van het Turkse leger door Kemal Pasja.

Maar bij de verkiezingen van Nov. 1920 werd Venizelos verslagen en een plebisciet riep Constantijn terug, die niet de moed had de veldtocht in Klein-Azië te laten varen. Het Griekse leger behaalde de overweldigende overwinning aan de Sangarios voor de poorten van Ankara, maar een Turkse aanval veroorzaakte de ineenstorting van de Grieken, die naar zee vluchtten. De fanatieke Mohammedanen vervolgden ook de Griekse burgerbevolking, waarvan een millioen mensen, o.a. de bisschop van Smyrna Chrysostomos, vermoord werden, terwijl 1 400 000 Christenen in enkele dagen tijds per schip op Grieks grondgebied kwamen toestromen. De koning deed nogmaals afstand, nu ten gunste van zijn zoon George.

PROF. DR s. ANTONIADIS

Lit.: Behalve de Memoires van verscheidene staatslieden van die tijd vindt men in het Vide dl van de Geschiedenis van de Griekse Natie van Paparrigopoelos een uitvoerig hoofdstuk van de hand van prof. P. Korolidis (in het Grieks). E.

Driault et M. Lhéritier, Histoire diplomatique de la Grèce (Paris 1925) (vooral dl V).

< >