de vijfde generaal van de orde der Jezuïeten (Atri 14 Sept. 1543 - Rome 31 Jan. 1615), trad op 25-jarige leeftijd in genoemde orde, werd provinciaal van Napels en zag zich in 1581 tot generaal benoemd. Hij heeft veel gedaan om aan de Orde kracht te geven, zowel door gestrenge tucht, als door een wetenschappelijke opleiding van haar leden.
Tijdens zijn generalaat ondervond hij tal van moeilijkheden, o.a. door het drijven van een aantal Spaanse Ordeleden, die een generalaat van tijdelijke duur wensten en dit van Rome naar Spanje wilden zien verplaatst. Vervolgens ontbrak een theologische strijd tussen de Jezuïeten en de Dominicanen over de verhouding van de vrije wil en de genade (Congregratio de auxiliis). Ten slotte verschenen onder zijn bestuur de monita secreta. Tijdens zijn generalaat steeg het aantal leden tot 13 112, verspreid over 34 provincies; het aantal colleges steeg tot 372. Binnen en buiten Europa breidde het missiewerk zich steeds uit en kwam ook de Hollandse missie der Jezuïeten tot stand. Door zijn invloed werd de Ratio studiorum Societatis Jesu voltooid en bij herhaling uitgegeven, alsmede het Directorium exercitiorum spiritualium. Zijn Epistolae XVI en Industriae ad curandos animae morbos zijn het eerst in 1606 en later bij herhaling gedrukt.DR C. A. LAMBERMOND O.P.
Lit.: Pachtler-Duhr, Ratio studiorum et institutiouis scholasticae societatis Jesu (monumenta Germaniae paedagogica, dl 2, 5, 9 en 16 (Berlin 1887-1894); de Jonge S.J., De Orde der jezuïeten (Leiden 1928-1931).