Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHRISTINE DE PISAN

betekenis & definitie

Franse dichteres en feministe (Venetië 1364-in een klooster ca 1432). Zij kwam met haar vader, een beroemd astroloog en arts, aan het hof van koning Karel V, trad op 15-jarige leeftijd in het huwelijk, verloor reeds vroeg haar echtgenoot en zocht toen leniging voor haar smart en een middel van bestaan in de beoefening der letteren.

Christine de Pisan was als eerste in haar tijd een voorvechtster van de rechten der vrouw en verdedigde haar sekse tegen de aanvallen van de vereerders van Jean de Meung en diens Roman de la Rosé. Men noemt deze polemiek dan ook de Querelle du Roman de la Rosé. Christine’s poëzie dateert vooral van 1590-1400, haar prozawerk van 1400-1410. Haar stijl is dikwijls conventioneel en naar werk wat blauwkousachtig. De waarde van deze sympathieke dichteres ligt in haar persoonlijkheid en in enkele fijn-gevoelde gedichten (w.o. de ballade Suis et seulete vueil estre), die op eenvoudige wijze uitdrukking geven aan haar smart en aan haar liefde voor Frankrijk.

Haar kennis van de geschiedenis blijkt o.a. uit de Vision de Christine de Pisan, dat in 1405 geschreven is en dat, behalve een allegorische beschrijving van haar leven, een overzicht bevat van de geschiedenis van Frankrijk en van de verschillende filosofische stelsels.Bibl.: Œuvres poétiques, publ. p. M. Roy, 3 dln (Paris 188696); Dittié sur Jeanne d’Arc, uitg. d. J.

Quicherat in diens: Procès de condamnation et de réhabilitation de Jeanne d’Arc, V (Paris 1849) ; Le livre du chemin de long estude, publ. p. R. Püschel (Berlin 1881); La vision Christine, introd. and text by M. L.

Towner (Washington 1932, met bibliografie); Le livre des fais et bonnes meurs du sage roy Charles V, pub. p. Suz. Solen te, 2 dln (Paris 1936-40).

Lit.: M. Kastenberg, Die Stellung d. Frau in d. Dichtungen der C. d.

P., diss. Heidelberg (1909); P. G. C.

Campbell, L’épitre d’Othéa, étude sur les sources de C. d. P., diss. Paris (1924); M. J.

Pinet, C. d. P., étude biogr. etlitt. (Paris 1927); M. Rohrbach, C. d. P., diss. (Münster 1934); Mme Et.

Du Castel, Ma grand’-mère C. d. P. (Paris 1936).

< >